Programma 1

Sociaal Domein

Binnen het sociaal domein speelt de overheveling van AWBZ taken naar de WMO en de transformatie van de Jeugdzorg naar de gemeente een belangrijke rol. We willen bereiken dat ieder kind en iedere jongere opgroeit in een veilige en gezonde omgeving. Waar nodig ondersteunen we jongeren en/of hun ouders/opvoeders. Door zorg dicht bij huis geven we mensen de mogelijkheid zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. We betrekken mensen bij de samenleving en stimuleren ze hun talenten te ontdekken en benutten. Zo willen we verdere achterstand voorkomen. We bevorderen daarnaast een goede gezondheid.

12%
41%

Thema's

Thema: Jeugd

Wat willen we bereiken?

Ieder kind en iedere jongere groeit op in een veilige en gezonde omgeving. We bevorderen de mogelijkheden die jongeren krijgen om hieraan zelf vorm te geven, door ze mee te laten doen aan de samenleving en door ze de mogelijkheid te geven hun talenten te ontwikkelen. Er wordt een beroep gedaan op het zelf oplossend vermogen en de manieren om de sociale omgeving om hulp of ondersteuning te vragen. Waar nodig ondersteunen we jongeren en/of hun ouders/opvoeders. Indien nodig zetten we sneller professionele hulp in. Binnen het Passend Onderwijs krijgt een kind een aanbod dat bij hem of haar past.

Wat gaan we daarvoor doen?

We versterken de pedagogische civil society en preventie door de netwerken in de buurten te versterken. Ook investeren we in kortere lijnen tussen de gemeenschap en de algemene jeugdvoorzieningen, zoals basisscholen en sportverenigingen. De Gebiedsteams zijn de spil in dit lokale netwerk; zij zijn de ‘ogen en oren’ in de buurt. Met het onderwijsveld hebben we goede afspraken over het Passend Onderwijs gemaakt. De komende periode zullen deze afspraken gemonitord en waar nodig bijgesteld worden.

Wat merkt de burger ervan?

We regelen lokaal wat kan en regionaal/provinciaal wat moet (bijvoorbeeld: Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling). Hulp en ondersteuning zijn dichterbij de burger georganiseerd. De Gebiedsteams zijn in de wijken en dorpen zelf actief en voor de burger herkenbaar. Voor vragen of lichte vormen van hulp en ondersteuning weten zij bij wie ze terecht kunnen en worden ze snel geholpen. Zwaardere vormen van zorg worden via het Gebiedsteam ingezet waar nodig. Ook is er betere coördinatie van zorg en zijn er minder verschillende hulpverleners in een gezin. In gevallen waarbij verschillende hulpverleners actief betrokken zijn, voert een medewerker van het Gebiedsteam de regie. Deze regisseur zorgt voor goede onderlinge afstemming en stemt samen met de burger de inzet af.

Wat mag het kosten?

De uitgaven voor de decentralisatie Jeugdzorg 2015 zijn gelijk verondersteld aan de inkomsten, omdat we niet voldoende inzicht hebben in de historische kosten. Echter, voor de jeugdzorg geldt een overgangsregime van twee jaar, hierdoor is de verwachting dat de uitgaven van de jeugdzorg in 2015 het rijksbudget zullen overschrijden. Dit risico is in paragraaf 2.2.2 ‘Weerstandsvermogen en Risicobeheersing’ toegelicht. Voor het jaar 2015 worden gemeenten op basis van een historisch verdeelmodel bekostigd voor de nieuwe taken. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw verdeelmodel. In 2015 hebben we een bedrag ontvangen van € 5.845.000. In 2016 ontvangen we een bedrag van € 5.922.000.

Beleidskaders

Het visiedocument - Zorg voor jeugd Fryslân

Het regionaal transitiearrangement (RTA) Fryslân

Toekomstvisie van het basisonderwijs in Ooststellingwerf

Omvormingsplan zorg voor jeugd Friesland

Lokaal Jeugdbeleid 2014-2017

3D's - Contourennotitie gebiedsteams

Beleidsplan - Hart voor de jeugd 2015-2018

Verordening - Hart voor jeugd Ooststellingwerf 2015

Thema: Wet Maatschappelijke Ondersteuning (inclusief AWBZ)

Wat willen we bereiken?

Het vergroten van zelfredzaamheid en participatie van inwoners. Mensen blijven zo lang mogelijk thuis wonen en ontvangen zorg dicht bij huis.

Wat gaan we daarvoor doen?

We hebben Gebiedsteams ingericht die preventief maar ook proactief te werk gaan. Er moet nog wel geïnvesteerd worden in het efficiënter inrichten van processen binnen de Gebiedsteams. De burger die niet op eigen kracht of met behulp van zijn omgeving een oplossing kan vinden, ondersteunen we met een (maatwerk)oplossing. We stimuleren de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Vrijwilligers krijgen een blijk van waardering. Mantelzorgers geven we praktische ondersteuning om overbelasting te voorkomen. In de Cliëntenraad en de Wmo-raad is over de mogelijkheden van een nauwere samenwerking gediscussieerd. Uitkomst van deze discussie is de wens om tot integratie naar een adviesraad voor het gehele sociale domein over te gaan. Met ambtelijke ondersteuning is gewerkt aan het opzetten van een Adviesraad Sociaal Domein. In 2016 geven we vorm aan de invulling van deze adviesraad. Binnen de huishoudelijke hulp is sprake van een forse (rijks)bezuiniging. Wij ontwikkelen een passende oplossing binnen de wettelijke en financiële mogelijkheden. Ter compensatie voor het verwachte verlies aan werkgelegenheid in de thuiszorg heeft het Rijk extra middelen (Huishoudelijke Hulp Toelage) beschikbaar gesteld. In oktober 2015 ontvangt u een voorstel deze toelage voor 2015 en 2016 in te zetten om het tekort op het budget hulp bij het huishouden te dekken.

Wat merkt de burger ervan?

Inwoners onderzoeken en benutten bij problemen eerst de eigen oplossingsmogelijkheden. Als dat niet lukt, dan bieden we ondersteuning vanuit het Gebiedsteam. Een burger kan op één centrale plaats in zijn omgeving met zijn vragen bij het Gebiedsteam terecht.

Wat mag het kosten?

De middelen voor de decentralisatie AWBZ zijn kostenneutraal opgenomen. Onduidelijk is of het terecht is dat we de 30% korting die het Rijk ons oplegt gelijk het eerste jaar kunnen realiseren. De historische kosten 2013 liggen hoger dan de ontvangsten van het Rijk voor 2015. We hebben in deze begroting daarom geen rekening gehouden met de korting van 30% in de uitgaven.
In 2015 is er een korting van 40% op hulp bij het huishouden (ca € 0,9 miljoen). Voorlopig kan deze worden opgevangen, dit impliceert een ‘zachte landing’. Op basis van de rechtelijke uitspraken wordt in 2016 een juiste invulling gezocht. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw verdeelmodel.

Beleidskaders

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015

Beleidsplan wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Oost- en Weststellingwerf

Wmo uitvoeringsprogramma 2012-2016

Kaderstellende nota Wmo beleidsplan 2012-2015

Thema: Participatie

  • Algemeen
  • Wet Sociale Werkvoorziening
  • Dorpsbudgetten

Wat willen we bereiken?

Meer mensen doen mee aan de samenleving en benutten hun talenten. Werk biedt daarvoor het beste perspectief. Meer mensen (met of zonder arbeidshandicap) gaan aan het werk. Jongeren die voortijdig de school verlaten gaan weer naar school om een startkwalificatie te halen. Inwoners zetten zich in voor vrijwilligerswerk of een tegenprestatie. Voor wie de mogelijkheden om te participeren beperkt zijn, bieden we zinvolle dagbesteding.

Wat gaan we daarvoor doen?

Mensen met arbeidspotentieel plaatsen we via privaat-publieke samenwerking en de eigen accountmanager direct op de arbeidsmarkt. Uitkeringsgerechtigden met een langere afstand tot de arbeidsmarkt bereiden we voor met maatwerktrajecten en leiden we toe naar de arbeidsmarkt. Waar nodig zetten we het instrument loonkostensubsidie in. Inwoners met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt betrekken we bij de samenleving door vrijwilligerswerk en dagbesteding. Voor het matchen van vraag en aanbod van vrijwilligerswerk en de tegenprestatie zetten we een talentenbank op.
Binnen de arbeidsmarktregio werken de Friese gemeenten, het UWV en de sociale partners samen in een regionaal werkbedrijf ‘Fryslân Werkt!’ aan een inclusieve arbeidsmarkt, waarin mensen zoveel mogelijk en duurzaam meedoen, niet kijkend naar beperkingen maar naar de mogelijkheden. Doelstelling is het creëren van extra banen, de zogenaamde baanafspraakbanen, voor mensen met een arbeidsbeperking.
De arbeidsmarktregio ‘Fryslân Werkt!’ speelt een coördinerende rol in de ontwikkeling van het bovenlokale re-integratie-instrumentarium en bij de dienstverlening voor andere doelgroepen die ondersteuning nodig hebben bij het vinden van werk.
De gemeente blijft de regisseur van de eigen aanpak, de vormgeving van het eigen beleid en de uitvoering ervan. Lokaal wordt gedaan wat lokaal kan.

Wat merkt de burger ervan?

Via werk, scholing, trajecten, vrijwilligerswerk (en tegenprestatie) of dagbesteding, stimuleren we de burger actief om mee te doen aan de samenleving. De wetgeving is aangescherpt, de spelregels passen we streng doch rechtvaardig toe waarbij oog is voor individuele omstandigheden.

Wat mag het kosten?

Voor re-integratie is € 650.000 beschikbaar uit het ongedeeld Participatiebudget. Verder worden middelen uit ESF en provinciale subsidie (Benedictus gelden) ingezet. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw verdeelmodel.

Beleidskaders

Visienota vrijwilligerswerk en tegenprestatie

Beleidsnotitie en marktbewerkingsplan werkgeversdienstverlening Ooststellingwerf en Weststellingwerf 2015-2018

Verfijning beleidsnota Re-integratie en participatie gemeenten Ooststellingwerf en Weststellingwerf 2015-2018

Beleidsnota Re-integratie en Participatie Ooststellingwerf en Weststellingwerf 2015-2018

Re-integratieverordening participatiewet 2015

Maatregelverordening 2015

Wat willen we bereiken?

Beheersbaarheid van de uitgaven voor de WSW door een verantwoorde en versnelde afbouw met ingang van 2015. We doen dit verantwoord, met perspectief voor de medewerkers.

Wat gaan we daarvoor doen?

Om te komen tot een verantwoorde en versnelde afbouw heeft het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) een opdracht geformuleerd om tot een versnelde en verantwoorde afbouw over te gaan. We geven uitvoering aan de afspraken die binnen de GR hierover worden gemaakt.

Wat merkt de burger ervan?

Na 1 januari 2015 is er geen nieuwe instroom in de WSW meer mogelijk. We bieden een nieuw alternatief voor degene die niet kunnen uitstromen naar reguliere of gesubsidieerde arbeid.

Wat mag het kosten?

Het ongedeelde Participatiebudget (P-budget) bevat vanaf 2015 onvoldoende middelen om de kosten van de WSW en re-integratie te betalen. Het totale tekort op het ongedeelde participatiebudget brengen we ten laste van de algemene middelen.
In het 3e kwartaal van 2015 rondt de werkgroep herstructurering (Caparis en deelnemende gemeenten) een onderzoek af naar de mogelijkheden om te komen tot een gecontroleerde en verantwoorde versnelling in de afbouw van de sociale werkvoorziening. De gemeenten zoeken naar het op een verantwoorde manier herstructureren van de uitvoeringsorganisatie, voor zover het de uitvoering van de WSW betreft. Tegelijk willen de gemeenten zoeken naar mogelijkheden voor een nieuwe opdracht die volgt uit de Participatiewet en de rol van Caparis daarin.
Voor het jaar 2015 worden gemeenten op basis van een historisch verdeelmodel bekostigd voor de nieuwe taken. Vanaf 2016 introduceert het Rijk een nieuw verdeelmodel.

Beleidskaders

Participatiewet en daarop te baseren uitvoeringsplannen in GR verband

Wat willen we bereiken?

We willen dat de dorpsbelangen medeverantwoordelijkheid nemen voor de leefbaarheid in hun eigen dorp.

Wat gaan we daarvoor doen?

De gemeente wil actief meedenken over initiatieven en ideeën die uit de dorpen komen. Wij betrekken plaatselijke belangen en bewonerscommissies actief bij de ontwikkeling van gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan. We vragen vooraf aan de dorpsbelangen welke rol zij daarin willen oppakken.

Wat merkt de burger ervan?

Eigen initiatieven worden gestimuleerd en gefaciliteerd.

Wat mag het kosten?

Een regulier jaarlijks budget van € 40.000. Dit is incidenteel aangevuld met € 25.000 (2014 t/m 2017) vanuit het coalitieakkoord.

Beleidskaders

Coalitieakkoord 2014-2018

Thema: Inkomensverstrekking

Wat willen we bereiken?

We betrekken mensen bij de samenleving, voorkomen verdere achterstand tot de maatschappij en bevorderen een goede gezondheid.

Wat gaan we daarvoor doen?

We handhaven het minimabeleid op het huidige financiële niveau (inclusief de collectieve ziektekostenverzekering, de noodvoorzieningen en een nieuwe maatwerkvoorziening), aangevuld met de geoormerkte middelen voor Armoedebeleid. Waar mogelijk benutten we de bandbreedte van de regelgeving. Regelingen die landelijk geschrapt worden repareren we niet automatisch. We stellen voorzieningen effectief beschikbaar, waarbij we maatschappelijke organisaties nauwer betrekken. We stellen gezinnen met kinderen in staat om te participeren door bijvoorbeeld mee te doen aan sport.

Wat merkt de burger ervan?

We leveren meer maatwerk (onder andere in natura) en we betalen geen categoriale financiële tegemoetkomingen meer. Dat is wettelijk niet toegestaan. Bij belemmeringen in de zelfredzaamheid of participatie is ondersteuning vanuit het Gebiedsteam beschikbaar.

Wat mag het kosten?

In de huidige begroting is € 300.000 beschikbaar voor minimaregelingen. Daarnaast € 160.000 voor individuele bijzondere bijstand en € 225.000 voor schuldhulpverlening. Voor armoedebeleid ontvangen we via het Gemeentefonds € 140.000 structureel vanaf 2015. Door individuele toetsing van aanvragen nemen de personele lasten toe. Dit maken we inzichtelijk in de begroting. We zetten het budget in voor de doelgroep. De kosten voor bewindvoering zijn explosief gestegen (landelijke trend). Daarom is het budget primitief verhoogd met € 100.000. We doen nu onderzoek naar een betere beheersbaarheid van deze kosten. In 2016 informeren we u hierover.

Beleidskaders

Participatiewet en daarop te baseren richtlijnen o.a. Studietoeslag en Individuele inkomenstoeslag

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Nota Armoedebeleid Oost- en Weststellingwerf

Handhavingsplan Wet werk en bijstand 2013-2015