De paragraaf Financiering gaat over het aantrekken, beheren en uitzetten van gelden. Ook het garanderen en verstrekken van leningen aan derden valt hieronder. Deze activiteiten vormen een onderdeel van de treasuryfunctie van de gemeente. Een adequate sturing op de geldstroom is noodzakelijk. De liquiditeitsprognose speelt hierbij een belangrijke rol.
Algemene beleidslijn
Relevante kaders
- Financiële verordening
- Treasurystatuut
Het treasurystatuut is bij besluit in februari 2008 vastgesteld door Raad. Het treasurystatuut is de vertaling van het door de gemeente Ooststellingwerf gehanteerde treasurybeleid. In dit statuut zijn de doelstellingen, richtlijnen en limieten van het beleid vastgesteld. Doel van het treasurybeleid is enerzijds om op een verantwoorde wijze een zo goed (lees: hoog) mogelijk rendement te maken op belegde gelden. Anderzijds is het doel om op een verantwoorde wijze gelden aan te trekken tegen een zo aantrekkelijk (lees: laag) mogelijke rente. Kort gezegd levert een actief en gedegen treasurybeleid de gemeente juist geld op respectievelijk bespaart het de gemeente geld. - Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). Op de bepalingen in deze wet berust het treasurystatuut. Het uitgangspunt van de Wet Fido is het beheersen van risico’s.
Het doel is om doelmatig en doeltreffend omgaan met de beschikbare financiële middelen.
Financiele verordening gemeente Ooststellingwerf - art 212 gemeentewet
Risicobeheer
Risicobeheer
Op grond van de Wet Fido moeten gemeenten zich houden aan de zogenaamde kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bedraagt 8,5 % van het begrotingstotaal. De uitkomst van die berekening is het maximale bedrag dat rentetypisch “kort” gefinancierd mag worden. Vanaf januari 2015 vallen de 3 D’s onder de gemeente. Hierdoor wordt het begrotingstotaal een stuk hoger, wat betekent dat de gemeente meer ruimte heeft om kort te financieren. De kasgeldlimiet voor 2016 bedraagt € 6 miljoen (8,5 % van het begrotingstotaal 2016 van afgerond € 70 miljoen).
Renterisiconorm
De renterisiconorm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal per 1 januari. Daar wordt het berekende renterisico op de vaste schuld tegen af gezet. Het renterisico op de vaste schuld mag de renterisiconorm niet overtreffen. Navolgend schema (in bedragen x € 1.000) laat zien dat de renterisiconorm in de jaren 2016-2019 naar verwachting niet wordt overschreden.
bedragen x € 1.000
Rente risiconorm | Begroting | MJB | MJB | MJB |
Renterisiconorm | ||||
Lasten begroting | 69.988 | 67.612 | 67.836 | 68.101 |
Percentage renterisiconorm | 20% | 20% | 20% | 20% |
Totaal renterisiconorm | 13.998 | 13.522 | 13.567 | 13.620 |
Aflossingen en renteherzieningen | ||||
Reguliere aflossingen geldleningen | 9.600 | 4.800 | 1.000 | 5.000 |
Geldleningen met renteherzieningen | - | - | - | - |
Totaal aflossingen en renteherzieningen | 9.600 | 4.800 | 1.000 | 5.000 |
Ruimte (+) / Overschrijding (-) | 4.398 | 8.722 | 12.567 | 8.620 |
Leningenportefeuille
Leningenportefeuille opgenomen gelden
De onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen geldleningen. De leningen zijn onderverdeeld naar leningen opgenomen voor onze eigen huishouding en leningen opgenomen ten behoeve van woningcorporaties. Deze leningen zijn met een renteopslag weer doorgeleend naar de corporaties. Met ingang van 1999 zijn wij gestopt met het doorlenen aan corporaties.
bedragen x € 1.000
Leningenportefeuille opgenomen gelden | Eigen leningen | Woningbouw leningen | ||
Bedrag | Gemidd. rente | Bedrag | Gemidd. rente | |
Stand per 1 januari 2016 | 27.000 | 2,15% | 6.552 | 4,34% |
Nieuwe leningen | 8.000 | - | ||
Reguliere aflossingen | - 9.600 | - 60 | ||
Vervroegde aflossingen | - | - | ||
Stand per 31 december 2016 | 25.400 | 1,58% | 6.492 | 4,34% |
NB: het gemiddelde rentepercentage begin 2016 is als volgt berekend: rente 2016 / stand 1-1-2016. Het gemiddelde rentepercentage eind 2016: rente 2017 / stand per 31-12-2016. Voor de berekening van het gemiddelde rentepercentage is geen rekening gehouden met herfinanciering.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat we in 2016 € 1,6 miljoen aflossen.
De leningenportefeuille is in 2014 geherfinancierd door middel van leningen met uitgestelde stortingen. In 2015 zijn de leningen, die in 2019 en 2020 vervallen, door middel van uitgestelde stortingen voor 60% geherfinancierd voor percentages variërend van 1,85% tot 2,13%. Hiermee voldoen we aan de uitgangspunten dat de leningenportefeuille wordt afgebouwd en de totale rentelasten worden teruggedrongen.
Bij de vaststelling van de Programmabegroting 2013-2016 is besloten (dekkingsplan 2013-2016) dat 50% rentevoordeel door lagere herfinanciering kan worden gebruikt voor het afbouwen van onze leningenportefeuille. Het structurele rentevoordeel komt op een totaal voor 2016 € 616.000, 2017 € 779.000 en vanaf 2018 is € 789.000 beschikbaar voor het verder afbouwen van de leningenportefeuille. Met dit rentevoordeel is al rekening gehouden bij de herfinanciering.
bedragen x € 1.000
Leningenportefeuille uitgezette gelden | Bedrag | |||
Leningen aan woningcorporaties | 6.552 | |||
MFC Oldeberkoop | 284 | |||
Vordering op Enexis B.V. (oud Essent) | 194 | |||
Volkskredietbank | 119 | |||
Sportverenigingen | 71 | |||
Dorpshuizen | 45 | |||
Leningen gemeentepersoneel (fiets-privé) | 11 | |||
Stand per 1 januari 2016 | 7.276 |
De gemeente loopt met betrekking tot de verstrekte geldleningen beperkt risico. Veelal zijn er opstallen, installaties en dergelijke aanwezig die naar verwachting voldoende zullen zijn, om ingeval van het uitblijven van betaling, de restantschuld te voldoen.
We voeren ten aanzien van overige debiteuren een actief beleid. Waar nodig nemen we tijdig de gebruikelijke invorderingsmaatregelen. Wanneer invordering niet (meer) mogelijk is, wordt de vordering onmiddellijk afgeboekt ten laste van het lopende boekjaar.
Schatkistbankieren:
Vanaf 1 januari 2014 zijn alle decentrale overheden verplicht om te schatkistbankieren. Wat betekent dat alle overtollige liquide middelen, het saldo liquide middelen boven het drempelbedrag 0,75% van de begroting, moeten worden gestald bij het Rijk.
Liquiditeitsprognose:
Per kwartaal wordt aan de hand van een liquiditeitsprognose onderzocht in hoeverre de huidige leningportefeuille de komende jaren kan worden afgebouwd door het aantrekken van deels fix en/of lineaire leningen.